bhg.skip_to_content.title
Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Homepage

Brussels Gewest versterkt wetgeving voor meer diversiteit in gemeentebesturen

Vandaag, 21 maart, is het internationale dag voor de uitbanning van rassendiscriminatie. Dit is een gelegenheid om erop te wijzen dat het Brussels Gewest een van de meest proactieve is in de strijd tegen alle vormen van discriminatie. Op initiatief van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, heeft het Gewest onlangs zijn wetgeving gewijzigd om de diversiteit binnen de gemeentebesturen te versterken.

Gepubliceerd op

Een kandidaat weigeren vanwege zijn of haar huidskleur, een collega uitlachen vanwege zijn of haar vermeende seksuele geaardheid, geen borstvoeding mogen geven in een rustige ruimte op kantoor,... In 2019 keurde het Brussels Parlement een ordonnantie goed met het oog op een beleid voor de bevordering van diversiteit en de bestrijding van discriminatie bij de Brusselse plaatselijke ambtenarij. Het principe? Een subsidie toekennen aan besturen met diversiteitsplannen die minstens 10% kandidaten uit meer achtergestelde wijken aanwerven.

Analyses van de diversiteitsrapporten van Actiris en de enquête die Brussel Plaatselijke Besturen heeft gehouden onder de personeelsafdelingen van de gemeenten, zijn duidelijk: de huidige voorwaarden voor het toekennen van de subsidie maken het niet mogelijk om diversiteit effectief te bevorderen in de lokale besturen. Slechts acht gemeenten hebben een diversiteitsplan, hoewel dit een wettelijke vereiste is om toegang te krijgen tot de subsidie.

"De subsidie in haar huidige vorm beperkt het diversiteitsbeleid tot het aanwervingsaspect. Het zou zich echter moeten uitstrekken tot personeelsbeheer, opleiding, bewustmaking en interne communicatie. Bovendien moet gezegd worden dat het adres van een werkzoekende niet altijd zijn of haar sociale situatie weerspiegelt. Hoe zit het met geslacht, handicap, leeftijd of kwalificaties?", zegt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister voor Plaatselijke Besturen.

Gezien deze bevindingen heeft de DéFI-minister ten slotte een rechtstreekse link gelegd tussen de subsidie en de invoering van een diversiteitsbeleid. Voortaan wordt de subsidie toegekend op voorwaarde dat het lokaal bestuur zich ertoe verbindt een diversiteitsplan op te stellen. Met deze steun wordt het werk gefinancierd van een medewerker van de gemeente, een "diversiteitsmanager", die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en de uitvoering van het plan.

Er zal een evaluatiecommissie worden opgericht om de doeltreffendheid van het diversiteitsplan te garanderen. Als de evaluatie negatief is, komt de gemeente een jaar lang niet in aanmerking voor de subsidie.

Daarnaast wordt de looptijd van het plan verlengd van twee naar drie jaar, zodat de besturen meer tijd hebben om de acties van het plan in de praktijk te brengen.

Deze nieuwe bepalingen zijn opgenomen in het Brussels Wetboek inzake de gelijkheid, de non-discriminatie en de bevordering van diversiteit.